Aansluiten van een Wisp programmer aan de doel PIC

De Wisp648 of Galva-Wisp PIC programmer aansluiten op de aangegeven pinnen van het gekozen PIC type.

15 pins bus van Wisp programmer aansluiting van PIC aanbevolen draad kleur 8-pin PICmicro's 14-pin PICmicro's 18-pin PICmicro's 28-pin PICmicro's 40-pin PICmicro's
12F629 12F675 16F630 16F676 16C84 16F84(A) 16F627 16F628A 16F648A 16F73 16F76 16F870 16F872 16F873 16F873A 16F876 16F876A 18F242 18F248 18F252 18F258 16F74 16F77 16F871 16F874 16F874A 16F877 18F442 18F448 18F452 18F458
1 Gnd
(ground, VSS)
zwart 8 14 5 8, 19 12, 31
2 Vcc
(power, VDD)
rood 1 1 14 20 11, 32
3 PG Clock groen 6 12 12 27 39
4 PG Data blauw 7 13 13 28 40
5 MCLR geel 4 4 4 1 1
6 LVP (PGM) wit - - 10 24 36

De gele MCLR draad bevat de 13V programmeer spanning.

Meer info bij Voti (Engelstalig)


Voorbeeld met een PIC16F628A zoals nodig voor de Beginners mini-cursus PIC programmeren:


Om verwisselingen van de draden tijdens experimenten zoveel mogelijk te voorkomen,
wordt het aanbevolen de hier gegeven draadkleuren aan te houden (= Wisp standaard),
aangezien verwisseling van draden tot het beschadigen van de doel PIC kan leiden.


Voor het programmeren van kleine PIC's is een extra circuit nodig


ICSP: In Circuit Serieel Programmeren

De PIC kan tijdens het programmeren gewoon in zijn schakeling blijven zitten.
Dus een opgebouwde schakeling waarvan de PIC de besturing gaat verzorgen (met display, LED's, schakelaars en andere componenten) kan tijdens het programmeren gewoon met deze PIC verbonden blijven als met de volgende regels rekening wordt gehouden:

PORTB.6 en PORTB.7 zijn normale in/uitgangs poorten, maar worden ook gebruikt voor het programmeren van de PIC.
Tijdens het programmeren komen de programmeersignalen van de PIC programmer dus ook bij de onderdelen (componenten) die op deze twee poorten zijn aangesloten.

Als PORTB.6 en/of PORTB.7 als ingang is ingesteld dan moet een daarop aangesloten component (bv. een schakelaar of een optocoupler) tijdens het programmeren geen actief signaal aanleveren.
Een schakelaar bijvoorbeeld moet dus tijdens programmeren geopend zijn.

Als PORTB.6 en/of PORTB.7 als uitgang is ingesteld dan moet rekening worden gehouden dat de daarop aangesloten component (bv. een relais of een LED) tijdens het programmeren ook wordt aangestuurd.
Een relais bijvoorbeeld zal tijdens het programmeren "mee klapperen" en een LED zal snel knipperen.
Een LED dat knippert is natuurlijk niet erg, maar bijvoorbeeld een relais dat mee staat te klapperen misschien wel (afhankelijk van de gebouwde situatie).
Aanbevolen wordt om het relais in zo'n situatie op een andere poort aan te sluiten.

Een aangesloten component op één van deze twee poorten mag niet meer stroom trekken dan zo'n 10mA, omdat anders de signalen van de PIC programmer niet genoeg spanning meer hebben.

Het display dat in de mini-cursus op deze poorten is aangesloten (cursus deel 4) kan tijdens het programmeren van de PIC gerust aangesloten blijven, alleen zullen er tijdens programmeren "vreemde" tekens op het schermpje verschijnen, maar dat kan verder geen kwaad.
 

De MCLR pin van de PIC bevat tijdens programmeren van de PIC een programmeerspanning van 13 volt !
Een component dat hierop is aangesloten en normaal een signaal levert aan deze ingang, moet tegen deze hogere spanning kunnen en tijdens programmeren mag deze geen signaal leveren (hoog-ohmig).
(Deze pin is bij een PIC niet als uitgang om te schakelen).
 
Voor de PGM pin geldt in principe hetzelfde verhaal als voor PORTB.6 en PORTB.7 (zie hierboven).
(Sommige PIC types hebben geen PGM aansluiting, zie tabel).
 

Het is dus verstandig om vooraf te bekijken hoe de toegepaste componenten onder de poorten verdeeld gaan worden voordat een print wordt ontworpen voor een bepaald project, met het oog op in circuit programmeren (ICSP).

 

De (tijdelijke) verbinding (oranje kabel op de tekening) tussen de PIC programmer en de print waarop de PIC zit, kan worden gemaakt met een 6-polige connector (naar eigen keuze, eigen standaard) die door de print is verbonden aan de benodigde pinnen van de PIC.

 

Een andere oplossing is een DIL-clip over de PIC te plaatsen.
Als de PIC is geprogrammeerd kan de clip worden verwijdert.
(Op de foto wordt een 16F630 geprogrammeerd, deze chip heeft geen witte draad (PGM) aansluiting).